Veertig, een mooi getal. Tijd voor een midlifecrisis zou je zeggen. Bevind ik me net voor de grens van de eerste de helft? Of ben ik er misschien al overheen?
De schrijver David Brooks heeft geschreven over de tweede berg die ergens in de tweede helft van je leven in zicht komt. De eerste helft van hun leven maken de meeste mensen carrière. Ze zijn dan gericht op zichzelf, zegt Brooks. De jacht naar geld en succes domineert. Daarna beginnen ze aan berg nummer twee. Die zou dan vooral staan in het teken van zingeving. Tussen die twee bergtoppen ligt een crisiservaring, een bewustwording van leegte, die gevuld moet worden met het eigenlijke verlangen van het hart. Brooks schrijft daarover in gelovige taal. Hij noemt dat op de eerste bergtop je ego centraal staat en op de tweede bergtop zouden we meer gericht zijn op relatie.
Ik vraag me af of die bergtoppen in de praktijk wel zo makkelijk te scheiden zijn. Het leven laat zich niet vangen in scheidingen tussen egocentrisme of altruïsme (er voor de ander zijn). Zowel je carrière als je dienstbetoon aan anderen kunnen tegelijk in dienst staan van Jezus als Heer. Tegelijk zijn onze meest verheven daden vaak doordrenkt van onszelf, dat is bij mij niet anders. Een christen voert een voortdurend gevecht om zijn leven onder het gezag van Jezus te houden.
Toch voelt de grens van de veertig jaar wel als een overgang naar een ‘tweede helft’. Henk Stoorvogel noemt ergens de periode tussen je veertigste en je vijftigste ‘je gouden decennium’. Hij bedoelt: voor je veertigste moeten er nog wat kinderziektes uit. Na je vijftigste ervaren mensen een (fysiek) krachtsverlies. In het decennium tussen de veertig en de vijftig jaar gebeurt veel bepalends.
Het afgelopen jaar dacht ik na over dat decennium. Ik sprak erover met vrienden. Welke keuzes maak je met het oog op die komende tien jaar? In die zoektocht zocht ik op een goed moment alle Bijbelboeken op die een ‘hoofdstuk 40’ hebben. Het viel me op dat al die hoofdstukken iets hebben van een overgangsfase, een nieuw begin. Alsof God in het leven van mensen een nieuwe deur opent om opnieuw naar hun eigen situatie te kijken. Zeven Bijbelboeken hebben een ‘hoofdstuk 40’. Ik zet ze in vogelvlucht onder elkaar:
Genesis 40
Jozef legt de droom van de schenker en de bakker uit. De schenker krijgt een geopende deur. Hij mag opnieuw beginnen. Er komt voor de schenker een tweede kans, die begint met Gods uitleg van de droom en een profetie over zijn leven. De schenker vergeet Jozef lange tijd, maar voor Jozef is het een teken dat de deur die ooit dicht ging, ook weer open kan.
Exodus 40
Mozes bouwt de tabernakel op. Israël krijgt daardoor een tweede kans om na de zonde met het gouden kalf toch weer met God verder te trekken. Die vernieuwing begint met Gods aanwezigheid (de Sjechina).
Job 40
Job is na 39 hoofdstukken eindelijk uitgepraat. Hij heeft zijn hand op de mond gelegd. Nu komt er een nieuwe start. Dat begint in Job 40 met Gods spreken. Een verhandeling over de Behemoth en de Leviathan (twee grote dieren) moet Job duidelijk maken dat hij de touwtjes van zijn leven niet in handen heeft. Straks zal God hem overvloedig zegenen, maar zijn ‘tweede helft’ begint met luisteren naar God.
Psalm 40
David is in een kuil vol modderig slijk verzand geraakt. Na de eerste berg stortte hij in een crisis. Toen kwam God en Die zette zijn voeten op een rots. Gods bevrijding leidt tot een nieuw lied in zijn mond en een getuigenis voor een grote menigte mensen.
Jesaja 40
Jesaja heeft in zijn boek een knip tussen hoofdstuk 39 en 40. Tot hoofdstuk 39 gaat het over de dreigende ballingschap van Israël. Hoofdstuk 40 kijkt uit naar Gods bevrijding uit de ballingschap. Daar is bekering voor nodig en die begint met het Woord van God dat voor eeuwig staat. Jesaja ziet dat jonge mannen (de eerste berg) moe en mat worden, maar dat wie de Heer verwachten nieuwe kracht krijgen. Een tweede kans.
Jeremia 40
Jeremia zat gevangen. Het leek het einde van zijn profetencarrière. De mensen konden de waarheid niet meer horen. Maar in de gevangenis komt God met Zijn Woord: Jeremia zal bevrijd worden omdat hij op God heeft vertrouwd (39,18). Jeremia mag kiezen waar hij wonen wil. Hij mag mee in ballingschap, hij mag ook blijven. Een kritiek moment in zijn leven. Hij kiest ervoor om bij de rest van het volk in Israël te blijven.
Ezechiël 40
Ezechiël ziet aan het slot van de ballingschap een nieuwe tempel verrijzen. Daarvoor brengt God hem op een zeer hoge (de tweede) berg, zegt vers 2. Daar luistert hij naar het Woord van de God van Israël. God toont hem een nieuwe tempel. De oude was kapotgeslagen, net vóór de ballingschap. Deze tempel kent geen gelijke. Het is een nieuw begin.
In ‘de hoofdstukken 40’ van de Bijbel zit een patroon: God maakt een nieuw begin voor wie bereid is om naar Hem te (blijven) luisteren. Die luisterhouding is nodig bij de eerste en bij de tweede berg. De eerste en de tweede helft kunnen niet zonder Zijn spreken. Dat zal vandaag niet anders zijn als morgen. Het is mijn gebed dat de hemelse Vader in dit nieuwe jaar blijft spreken en dat ik steeds naar Hem zal luisteren. Voor de tweede helft vertrouw ik -net als de afgelopen veertig jaar- op Zijn liefdevolle trouw.
‘Deze veertig jaar is de Heer, uw God, met u geweest. Het heeft u aan niets ontbroken’. (Deut. 2:7)